Leestijd: 6 minutenHoe zet je Nederland op de kaart? Als waterland, ontworpen en innovatief land. Wat maakt Nederland bijzonder? Hoe is Nederland verbonden met de rest van de wereld? De Nederlandse Werelderfgoederen laten dit goed zien. Deze bijzondere monumenten en unieke natuurgebieden bepalen namelijk onze sociaal-culturele identiteit. Door jongeren bewust te maken van de cultuurhistorische waarde van het erfgoed in hun eigen omgeving, leren ze de eigen cultuur en identiteit beter begrijpen.
En dat is tien..
De Van Nellefabriek in Rotterdam brengt het aantal Nederlandse unieke werelderfgoederen op tien. De anderen negen zijn Schokland, de Stelling van Amsterdam, het Molencomplex Kinderdijk-Elshout, het Woudagemaal, Willemstad Curaçao, de Droogmakerij De Beemster, het Rietveld Schröderhuis, de Waddenzee en de Grachtengordel van Amsterdam.
Educatie werelderfgoederen
In werelderfgoededucatie hoort altijd sprake te zijn van een goede mix tussen verleden-heden-toekomst. Leerlingen leren en ervaren de waarde van het werelderfgoed. Geen heden zonder verleden en geen toekomst zonder heden. Door de samenhang van de geschiedenis te kennen, weten we wat we willen behouden en beheren voor de toekomst. Daarom inspireren de werelderfgoederen nog steeds nieuwe generaties voor de toekomst. Bijvoorbeeld in het denken over natuur en technische toepassingen.
Open houding
Lessen over werelderfgoederen passen bij het vak geschiedenis en de competenties die bij dit vakgebied horen. Historisch denken en redeneren en de ontwikkeling van historisch tijdbesef. Aansluiting bij het vak aardrijkskunde ligt daarom in het besef dat werelderfgoed overal is. Het verbinden van de wereld dichtbij met de wereld verder weg. Het gaat daarbij om leren waarnemen, verklaren, herkennen en waarderen door vragen te stellen als: wat zie ik hier? Waarom ziet het er zo uit en wat vind ik daarvan? Werelderfgoed levert daarnaast natuurlijk ook een bijdrage aan het ontwikkelen van een sociaal- culturele identiteit. Een sterk identiteitsgevoel vormt de basis voor respect en een open houding tegenover de verscheidenheid van culturele uitdrukkingsvormen.
Canon van Nederland
De leerinhoud kan ook aansluiten bij vensters van de Canon van Nederland: Nederland en het water (De Beemster), Stadsuitbreiding in de zeventiende eeuw (De Grachtengordel), Revolutie in vormgeving (De Stijl) en Dekolonisatie van de West (de Nederlandse Antillen).
Universele afspraak
Het Werelderfgoedverdrag bestaat sinds 1972 en is bedoeld om cultureel en natuurlijk erfgoed dat van unieke en universele waarde is voor de mensheid, beter te kunnen bewaren voor toekomstige generaties. Het Koninkrijk der Nederlanden heeft het Werelderfgoedverdrag in 1992 geratificeerd.
De landen die het verdrag hebben geratificeerd, inmiddels zijn dat er 192. Zij hebben met elkaar afgesproken dat ze zich zullen inzetten voor identificatie, bescherming, behoud, het toegankelijk maken en het overdragen aan komende generaties. Naast de bescherming die erfgoed krijgt door plaatsing op de Werelderfgoedlijst, bevordert deze status ook het wederzijds begrip tussen culturen. Niet elk erfgoed op de lijst is per se mooi. Maar alle zijn op een bepaalde manier uniek. En van groot belang voor de mensheid en onvervangbaar.
Cultureel, natuurlijk of hybride
Een erfgoed kan zowel een culturele site als een natuurlijke site zijn, of zelfs een erfgoed dat daarvan een hybride vorm is. Ze kunnen allemaal voor de wereldlijst worden voorgedragen. Een voorbeeld van een culturele site is de Grachtengordel van Amsterdam, de Waddenzee is een natuurlijk site, en de heilige berg Athos in Griekenland is een gecombineerde site. Er zijn op dit moment 802 culturele, 197 natuurlijke en 32 gecombineerde sites.
De Van Nellefabriek
De Van Nellefabriek in Rotterdam is ons jongste werelderfgoed; in juni 2014 is het door UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatst. Het markeert de bijdrage van Nederland aan het ontwerpen van industriële productieprocessen. Het was de visionaire Van Nelle-directeur Van der Leeuw die opdracht gaf tot de bouw van een nieuwe fabriek, volgens de regels van ‘Het Nieuwe Bouwen’. Dus hyperfunctioneel en zonder franje. En – uniek voor die tijd – helemaal bovengronds en met veel staal en glas, dus licht, lucht en ruimte voor de werknemers.
De in de jaren ’20 ontworpen en gebouwde fabriek is een opvallende en karakteristieke prestatie van het modernisme. Het fabriekscomplex bestaat uit verschillende aaneengeschakelde gebouwen. Het is terecht een van de hoogtepunten van de industriële architectuur uit de 20e eeuw. Het complex met zijn karakteristieke gevels van staal en glas en betonnen draagconstructies. Vooraanstaande architecten noemden de fabriek kort na de bouw ‘het mooiste schouwspel van de moderne tijd’ (Le Corbusier, 1932) en ‘een gedicht in staal en glas’ (Robertson en Yerbury, 1930).
Ideale fabriek
De opdrachtgever slaagde er in om samen met de architecten J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt de ‘ideale fabriek’ te realiseren: functioneel, mooi én open. Men gebruikte het daglicht om de werkomstandigheden voor de arbeiders aangenaam te maken. Dit toont een werkgeverschap met hart voor de lichamelijke en geestelijke verzorging van medewerkers. In die tijd was dat geen vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsvoering.
Ook getuigt de Van Nellefabriek van de lange geschiedenis van invoer, verwerken en verhandelen van tropische producten in Nederland. In de Rotterdamse haven in het bijzonder. Vanaf 1931 werd namelijk koffie, thee en tabak geproduceerd. En later ook instant-pudding en kauwgum. Tot 1995 kwam het aroma je hier tegemoet, maar daarna zwegen de machines. Na het stoppen van de productie heeft de toenmalige eigenaar van de fabriek, Sara Lee/DE, samen met de gemeentelijke overheid gekeken naar een passende herbestemming van het complex.
Met de verkoop aan de Van Nellefabriek is een nieuwe ‘Van Nelle-familie’ ontstaan. Net als voorheen is de huidige Van Nellefabriek een inspirerende werkomgeving waar bedrijven elke dag de meeste mooie dingen ontwikkelen. En waar bovendien allerlei (inter)nationale evenementen plaatsvinden. Hiermee geven ze opnieuw inhoud aan de sociaal-culturele functie van de destijds vooruitstrevende fabriek en het gedachtegoed van ‘bouwheer’ Kees van der Leeuw. ‘De authenticiteit van het complex is door de zorgvuldige renovatie in alle opzichten bewaard gebleven’, aldus het Werelderfgoedcomité. Een resultaat dat de bezoekers en zakelijke gebruikers van de Van Nellefabriek duidelijk kunnen zien en voelen.
Rotterdams icoon
Burgemeester Aboutaleb: “Rotterdam is onbetwist dé architectuurstad van Nederland. Ik ben dan ook ontzettend trots op onze nieuwe én historische iconen. De Van Nellefabriek is een van die iconen. Een gebouw, uniek voor zijn tijd in materiaal en vorm, en vanuit sociaal oogpunt zijn tijd ver vooruit. Dat de Van Nellefabriek nu de status heeft van werelderfgoed, is een geschenk voor alle generaties na ons, iets waar alle Rotterdammers heel trots op kunnen zijn.”
DE GRACHTENGORDEL VAN AMSTERDAM
In 2009 heeft het Rijk de Amsterdamse Grachtengordel officieel voorgedragen voor de UNESCO Werelderfgoedlijst. De Grachtengordel is dan ook uniek in de wereld als stedenbouwkundig en architectonisch kunstwerk. Ze is het symbool van de grote economische, politieke en culturele bloei van Amsterdam in de Gouden Eeuw, en terecht opgenomen bij de werelderfgoederen. De Grachtengordel is een inspiratiebron geweest voor talrijke steden in Europa en andere delen van de wereld: van Parijs tot Jakarta, van Kopenhagen tot Sint-Petersburg. Bijzonder is dat de Grachtengordel al bijna vierhonderd jaar onveranderd een bruisend en vitaal centrum van handel en cultuur is. Kenmerkend voor de Grachtengordel is de combinatie van wonen, werken en recreatie die van oudsher aanwezig is.
Meesterwerk van waterbouwtechniek
De Grachtengordel in Amsterdam was een project voor een nieuwe ‘havenstad’. Gebouwd aan het einde van de 16e en het begin van de 17e eeuw. Om het stadsgebied uit te breiden was drooglegging van het moerasland nodig. Hiervoor werd een netwerk van grachten aangelegd – in concentrische bogen – ten westen en zuiden van de historische oude stad en de middeleeuwse haven. De Grachtengordel is dus een meesterwerk van waterbouwtechniek. Amsterdam lag en ligt nog steeds onder de zeespiegel. Het stedelijk watergebied bestond uit zeven boezems, ieder met een eigen waterpeil. Een ingenieus stelsel van nog altijd functionerende bruggen en sluizen regelt niet alleen het waterpeil, maar ook een onbelemmerde doorgang van het verkeer over water en land.
Ook op het gebied van bouwtechniek is Amsterdam een unicum. Net als de hele stad is de Grachtengordel gebouwd op palen. Miljoenen boomstammen die als een onzichtbaar woud de fundering vormen van alle gebouwen en kaden. Langs de grachten staan talloze monumenten en huizen met hun kenmerkende puntgevels. In 2010 is daarom de Grachtengordel van Amsterdam op de Werelderfgoedlijst geplaatst.
DE MOLENS VAN KINDERDIJK
Het netwerk van negentien windmolens in Kinderdijk-Elshout toont de indrukwekkende bijdrage die de Nederlanders hebben geleverd aan de technologie om water onder controle te houden. In de Middeleeuwen begon men al met de bouw van waterwerken – nodig voor de afwatering van landbouwgrond en dorpen. Tot op vandaag gaat dit door.
Het gebied toont alle typische kenmerken die samenhangen met deze technologie – dijken, reservoirs, pompstations, administratieve gebouwen en de 19 prachtig bewaard gebleven windmolens. De molens werden in 1950 buiten functie gesteld, maar werken nog allemaal. Hierdoor staan ze ‘reserve’ voor het geval de moderne installaties uitvallen.
Het molencomplex heeft een historische infrastructuur voor de bemaling met waterlopen, lage en hoge boezems en dijken. De molens malen hierdoor het water van de Lage naar de Hoge Boezem. Het complex van molens, waterlopen en boezems is daarom ook typisch voor het vroegere waterbeheer in ons land. De molens zijn maalvaardig en de meeste worden nog bewoond. In 1997 is het op de UNESCO Werelderfgoedlijst geplaatst. Het complex ligt trouwens in de Alblasserwaard, ongeveer 20 km vanaf Rotterdam.



