Leestijd: 12 minuten
Omwonenden en werknemers hebben bij een incident behoefte aan een snelle, eerlijke en transparante communicatie over de calamiteiten en de risico’s. Burgemeester Jac Klijs van
de gemeente Moerdijk heeft tijdens de Bestuurlijke Ronde Tafel van 26 oktober de aanwezigen gemeld dat de naderende Omgevingswet een uitgelezen kans is om ook meteen het gedrag en de cultuur bij de betrokken diensten en overheden te veranderen. Al in vredestijd moeten de communicatielijnen open en frequent ingezet worden. Daarbij kan aangesloten worden op het Veiligheidsdashboard. Maar vergeet vooral de door de bevolking gebruikte informatiekanalen niet. Die gaan bij de jongere bewoners al verder dan de traditionele social media Twitter en Facebook.
De Bestuurlijke Ronde Tafel ‘Hoe gaat u (be)sturen op activeren van burgerbetrokkenheid’ maakt onderdeel uit van een groter geheel, namelijk die van de Innovatie Challenge Veilige Samenleving. Binnen deze Challenge zijn verschillende teams actief waarbij Jac Klijs zijn eigen Innovatievraag stelde ‘Hoe kunnen we de acceptatie van de fysieke veiligheidsrisico’s in de leefomgeving vergroten en burgers, bedrijfsleven, overheden en andere stakeholders uitdagen om in co-creatie te komen tot een hoger niveau van veiligheid (-sbeleving)?’. Om te helpen een antwoord te vinden op deze vraag, zaten verschillende stakeholders van gemeentelijke kant, het ministerie, het bedrijfsleven en overheden met elkaar aan de Ronde Tafel.
Why, waar ligt de drijfveer?

Jac Klijs
Jac Klijs is weliswaar van ná de brand bij Chemiepack, maar voelt heel sterk de urgentie om het risicoprofiel dat continu boven ‘zijn’ industrierijke gemeente Moerdijk hangt te bespreken met zijn bewoners. Hij voelt de verantwoordelijkheid voor de omgevingscommunicatie met bedrijven èn omwonenden. ‘De tijd dat het verhaal verteld kon worden “Wij vinden wel uit wat goed voor u is”, daar moeten we snel van af. De naderende Omgevingswet biedt daar ook prima ruimte voor. We hebben nog een aantal jaar, maar alleen als wij zelf een cultuurslag kunnen maken, krijgen we dat voor elkaar. Ik voel me ambassadeur om dat verhaal maar te blijven vertellen. Het is inmiddels vijf jaar na Chemiepack, maar er is nog weinig zichtbaar op andere plekken in het land om echt stappen tot verbinding met bewoners te maken.‘
Xander Beenhakkers, strategisch adviseur Veiligheid – en Verandervraagstukken en de moderator deze middag, vraagt andere tafelgasten of deze drijfveer herkenbaar is of dat er misschien wat anders speelt.

Ferdinand van den Oever
Band tussen wonen en werken ontbreekt
Ferdinand van den Oever, directeur van het Havenschap in Moerdijk, en gastheer van deze bijeenkomst, vertelt over de vervreemding die in de omgeving van Moerdijk is opgetreden ten opzichte van de werkomgeving. ‘Nog maar 15 jaar geleden was de wijk, de directe omgeving van de industrie vaak in perfecte balans. De verwachtingen op het gebied van veiligheid, risico maar ook overlast zijn zeer sterk veranderd. De industrie is echt niet zo veel veranderd, de omstandigheden zijn eerder verbeterd dan verslechterd, maar de bewoners hebben steeds minder een relatie met die bedrijven. De samenstelling van de werknemers is anders geworden, bewoners vallen vaak buiten de boot. Maar ook de bevolking is veranderd. En de band tussen wonen en werken ontbreekt steeds vaker.’
Begrip voor complexiteit
Paul Buijsingh, directeur Shell Moerdijk, constateert dit ook. ‘Op een open dag merk je dat mensen werkelijk geen idee hebben waar we mee bezig zijn. Maar ook als je op een buurtavond vertelt dat we echt niet naar 0% risico kunnen, is de eerste reactie altijd “Hoezo kan dat niet?”. Pas als je het heel goed uitlegt, komt daar begrip voor, zeker als ze weten met welke complexiteit we te maken hebben.’
‘Binnen onze organisatie leiden oproepen vanuit het management voor meer transparantie tot opluchting op de werkvloer.’ Inés Plasmans-Levert, regiodirecteur Relatiemanagement bij ProRail, verkondigt het stellig. ‘Mensen maken inschattingen en het kan wel eens fout gaan. Daar is dan ook begrip voor. Het levert zo veel meer op als je het lef hebt om naar buiten te treden. Zoveel inspecteurs kun je nooit in dienst hebben, al die mensen die langs het spoor wonen en opmerkingen maken. De reflex van “luiken dicht en niet vertellen” werkt niet. We moeten juist omarmen, luisteren naar onze buren, en andere kritische geluiden opvangen. En als er geen regelgeving is op een veel terugkerende klacht, moeten we bereid zijn daar over na te denken en daar iets mee te doen.’
Omwonenden vragen andere houding
Wilma van der Rijt, wethouder bij de gemeente Heeze-Leende en voorzitter van het dagelijks bestuur Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant, haakt daarop in. ‘Wat als er wèl regelgeving is op een specifiek onderdeel, maar de burgers hebben er toch problemen mee? Hebben we dan het lef om het maatschappelijk aspect dat deze burgers misschien wel terecht inbrengen in de vergunn

Wilma van der Rijt
ing echt te bekijken en mee te nemen? En daar dan samen met de betreffende ondernemers ook op in te gaan? Met de menselijkheid en met de emoties in die directe omgeving moeten we echt beter omgaan. Omwonenden vragen om een andere houding ten opzichte van veiligheid en gezondheid. Die slag kunnen we maar niet maken, waarom blijven wij vasthouden aan wat we gewend zijn te doen?’
Gewenste Cultuurverandering

Marcel Rietberg
Marcel Rietberg, afdelingshoofd Expertise en Advies Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, vindt ‘dat we niet zelf de illusie moeten hebben om te denken dat we weten hoe het proces in elkaar zit.’ Die discussie heeft hij als vergunningverlener en handhaver vaak gezien. ‘Binnen het bedrijf weten ze echt veel beter wat er speelt. Wij hebben als oude technocraten misschien niet altijd meebewogen, maar bedrijven en hun omgevingen zijn terecht veel mondiger geworden.’ Hij voegt er nog aan toe dat de grootste opgave bij zijn medewerkers de gewenste cultuurverandering is. Het technocratisch benaderen versus het gesprek aan gaan. Ook al zien ze dat open en transparant communiceren, bijvoorbeeld bij een evenement, toch altijd de beste uitwerking heeft. ‘Zelfs de ‘pokkenherrie’ van een week kermis is dan uit te leggen.’
Beleving en perceptie
‘We moeten ons inderdaad als adviseur opstellen’, stelt Jac Klijs, ‘Cultuurverandering is veel belangrijker dan de regelgeving op zich.’ Op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) zijn ze er ook achter gekomen dat het bestaande systeem van normen, regels, wetten en inspecties zijn beperkingen heeft.
Peter Torbijn, directeur Veiligheid en Risico’s bij IenM deelt mee dat er op veiligheidsgebied altijd wel regels nodig zullen zijn. Die spelregels kunnen wel wat simpeler. Bij het ministerie zijn ze gewend te denken vanuit een normstelling. Het hele punt van perceptie, beleving en risico’s is redelijk nieuw terrein, ook voor beleidmakers. Als het binnen de norm past zijn zij voor hun gevoel klaar. De leefbaarheid van een ingreep was eigenlijk nooit een onderwerp van discussie. Signalen van buitenaf zijn daarom zeer belangrijk, want het gaat natuurlijk vaak wèl verder dan de norm waarbinnen het moet passen. De rol van de gemeente is daarin uitermate belangrijk. Daar zit echter wel af en toe een dubbelrol. Naar de centrale overheid toe is er best veel kritiek. Bij IenM ontvangen ze het geluid van de lokale overheid via de burgers. Maar communicatie hoort natuurlijk twee kanten op te gaan.’

Ruud IJzelendoorn
Aan knoppen draaien
Ruud IJzelendoorn is directeur Openbare Orde en Veiligheid bij de gemeente Amsterdam. ‘In ons dorp kom je niet weg met een verhaal dat niet klopt, door de kritische bevolking en de pers.’ Hij noemt een voorbeeld dat niet aan de chemie hangt, de dagelijkse overlast op het Rembrandtplein. ‘Humberto Tan, dancings, harde muziek, pillen, heel veel wachtende bezoekers èn bewoners. Dat kan de gemeente niet alleen oplossen. We laten dat mede oppakken. Een van de pijlers is daarbij gedragsbeïnvloeding, samen met bewoners, de gemeente en ondernemers. Een gezamenlijke participatie dus. Ondersteuning van handhaving, en meer specifiek door stewards/gastheren. Elke situatie vraagt een andere insteek, precisiewerk. We klankborden bij de vraagstukken waar we niet direct een oplossing of zelfs maar een scenario bij zien. Je wilt eigenlijk aan knoppen kunnen draaien om tot gezamenlijke standpunten te komen, dat is altijd de opening.’
Mediawatcher
De mobiele telefoon is een belangrijk issue in de discussie over gewenste communicatielijnen. Ben van Lier, directeur Strategie en Innovatie bij Centric, stipt het aan. Een grote groep mensen heeft geen enkele boodschap meer aan de fysieke wereld van de overheid. De overheid loopt daardoor achter op informatiewinning en -verstrekking. Binnen twee minuten is bij het publiek al veel informatie bekend. Bij bewonersbijeenkomsten hebben ze een voorsprong omdat ze onderling al via allerlei kanalen hebben gecommuniceerd. En ook de oordeelsvorming vindt inderdaad al op internet plaats. De noodzaak om dat strategisch meer in te zetten is bij Jac Klijs bekend. Het hoofd Communicatie zit dan ook altijd standaard bij de collegevergadering. De gemeente Moerdijk heeft ook een mediawatcher die continu reageert op feitelijkheden op sociale media en daardoor vele signalen opvangt. ‘De Raadsinformatiebrief die na drie dagen wordt verspreid is echt niet meer van deze wereld.’
How, welke tool kunnen we inzetten

Paul Bijsingh
Paul Buijsingh vertelt dat ze bij Shell gestart waren met eigen initiatieven om beter in contact te komen met hun omgeving. Daarbij werd al snel duidelijk dat het de beste beslissing was om aan te sluiten bij initiatieven van het Havenschap en de gemeente Moerdijk. Samenwerking zou tot een veel betere oplossing leiden. Wat die oplossing is? CBIS, een door gemeente Moerdijk, Havenbedrijf Moerdijk, Veiligheidsregio, Moerdijkse bedrijfsleven en Centric ontworpen Calamiteiten Bedrijfsveiligheid Informatie Systeem. Met CBIS worden omliggende bedrijven de eerste minuten na het ontstaan van een incident of calamiteit voorzien van informatie, zodat zij onmiddellijk maatregelen kunnen treffen om hun medewerkers in veiligheid te brengen. Een stap verder gaan kan ook. Dankzij het Veiligheidsdashboard weten inwoners van de industrierijke gemeente Moerdijk wat hen te doen staat, als het onverhoopt misgaat.
Veiligheidsdashboard
Vroeger geluidswagens en radio, nu moderne middelen. Daarom is de website van de gemeente Moerdijk uitgebreid met het Veiligheidsdashboard voor burgers dat informatie toont over de risico’s van de directe omgeving. Dit dashboard kan door de burger gebruikt worden in het kader van zelfredzaamheid. Jeroen van Venrooij, stafadviseur Veiligheid van de gemeente Moerdijk, geeft een korte demonstratie van het systeem. Door koppeling van allerlei digitale data afkomstig van bedrijfsgegevens, vergunningverlening, effectcirkels en meteo-systemen, kan bij calamiteiten op een zeer snelle manier gecommuniceerd worden met bewoners en werknemers. Overzichtelijk en met heldere beelden.
Starten in vredestijd
‘De informatie zal vooral geraadpleegd worden als er iets fout gaat. Je moet in vredestijd eigenlijk al starten met het inwinnen van die informatie, volgens Van Venrooij. Van de benodigde informatie moet 80% al bekend zijn, een werkelijke crisis levert die laatste 20% aan informatie op.’
Koos van der Helm, Key Accountmanager Government bij Centric, vult nog aan dat met het systeem allerlei meldingen kunnen worden gekoppeld en dat het daarom van belang is de burger mee te nemen met de participatie in de vorm van een platform. Ben van Lier geeft nog snel de tip mee om het niet meteen heel groot aan te pakken. Begin bij bestaande netwerken en knoop deze aan elkaar. Volgens Jac Klijs zou het geweldig zijn om dit uit te rollen over het hele land: ’Het zou de norm moeten zijn dat iedereen aangesloten is en meewerkt.’ Door de partners wordt geconstateerd dat er dan wel sprake moet zijn van hoge transparantie.
Bedrijven moeten veel informatie prijsgeven en overheden en diensten moeten van systeemdenken omschakelen maar dienstverlenende organisaties. Ook het vraagstuk over de juridische claimcultuur en de verantwoordelijkheden gaan over tafel. De overheden hebben wellicht ook (te) lang gecommuniceerd dat zij primair de hoeder van de veiligheid zijn en dat ook waar kunnen maken. Die ambitie is misschien wel totaal niet realistisch, gezien de zelfredzaamheid en de burgerparticipatie.
Woh, de bijdragen van partners om deze gewenste ontwikkeling te maken
Als gevraagd wordt wat het Havenschap kan doen hoeft Ferdinand van den Oever niet lang na te denken. ’Nog beter dan we nu doen gaan we de processen tussen bedrijven en overheid en bewoners van de directe omgeving faciliteren. Misschien moeten wij het initiatief nemen om de culturele omslag te bewerkstelligen, daar ligt misschien wel ook onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. We gaan ook kijken wat wij nog meer kunnen doen om het veiligheidsdenken integraal onderdeel te laten zijn van de bedrijfsvoering van al onze bedrijven. Paul Buijsingh geeft aan dat we al veel gewonnen hebben als we accepteren dat we niet perfect zijn. We moeten naar de burger toe durven toegeven dat iedereen fouten maakt, ook wij. Shell Moerdijk is zich er van bewust dat ze nog meer moeten communiceren en informeren. Ook zullen ze hun eigen systeem verder aansluiten op het bestaande systeem dat er nu ligt, het Veiligheidsdashboard.
Toegevoegde waarde van technologie
Het gaat te vaak om de machtsvraag, wie is er verantwoordelijk, wie gaat hier nu echt over. En wordt hier niet iets van iemands bordje geveegd? Ruud IJzelendoorn ziet een oplossing in transparant zijn, samen met elkaar, en luisteren naar elkaars belangen. Inés Plasmans-Levert beaamt dat en vult aan dat het hebben van lef ook cruciaal is. De nadruk ligt ook bij haar op samenwerking, waarbij het ook direct duidelijk is dat het nog wel een gepuzzel is op het gebied van de verantwoording en de verschillende belangen. ‘Maar die burger maakt dat niet uit. We moeten geen ruzie maken of het nu om de lokale of de centrale overheid gaat, we hebben de plicht daar uit te komen. Mijn ervaring is ook dat het lukt als je er zelf veel energie insteekt en je kwetsbaar opstelt. Aangeven dat je echt even hulp nodig hebt. En ja, dat is best spannend.’
Wilma van der Rijt is ervan overtuigd dat we allemaal een betere en veilige(re) leefomgeving willen, maar dat we dan dus echt moeten focussen toegevoegde waarde van technologie hierin. Wat haar tijdens het tafelgesprek echt getriggerd heeft is de boodschap ‘leer als overheid niet óver de burgers te praten, maar mèt de burgers.’
De deur open zetten
‘De Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is een zeer actiegerichte organisatie,’ stelt Louise Schneider, Strategisch Communicatieadviseur, ‘We werken met 26 verschillende gemeenten, met niet alleen verschillende belangen maar ook verschillende initiatieven. Via gebiedsgerichte campagnes geven wij risico-informatie aan inwoners. De veiligheidsregio heeft de rol als netwerkpartner alles aan elkaar te verbinden. Gebruik ons meer, ook als proeftuin. We kunnen veel initiatieven helpen zich verder te ontwikkelen en faciliteren.’ Koos van der Helm is positief. ‘Dat we nu al bij elkaar zitten, werkt drempelverlagend. Het betekent eigenlijk al dat we de deur open hebben gezet. En het succes komt echt alleen door verschillende disciplines bij elkaar te brengen en te denken in mogelijkheden. Wij zullen vanuit de markt de brug moeten slaan naar een uitrolbaar systeem en duidelijk maken wat dat betekent voor de verschillende organisaties.’

Peter Torbijn
Omgevingswet geeft mogelijkheden
Peter Torbijn verkondigt dat niemand in zijn eentje er voor kan zorgen dat het veilig wordt. ‘Dat moet je samen doen. Het is dan wel belangrijk om te weten wie waarvoor verantwoordelijk is. De burgemeester is dat richting burgers als het gaat om crisismanagement. Liever willen we natuurlijk voorkomen dat er een crisis ontstaat. De inzet van het ministerie is erop gericht om de kansen daarop en de effecten ervan te minimaliseren. Het gaat meestal gewoon goed. De informatievoorziening is belangrijk, daar gaan we mee door. Door de Omgevingswet wordt dat allemaal wat eenvoudiger en beter.
Ik denk wel dat het hele punt van risicocommunicatie, risicoperceptie en risicobeleving in ons beleid ook redelijk nieuw is, het moet niet meer alleen veilig zijn volgens de rekensommetjes; mensen moeten zich ook echt veilig voelen. Het gaat verder dan wet- en regelgeving en toezicht. Wij zijn verder bezig met het stimuleren van initiatieven voor versterking van de veiligheidscultuur bij bedrijven, soms met een beetje subsidie, maar vaak gaat het niet eens om geld. Dat krijgt onder de nieuwe Omgevingswet ook meer mogelijkheden.’
Jac Klijs, Burgemeester van Moerdijk, wil de rest van Nederland overtuigen.
‘Vanuit de verschillende disciplines lijken we de consensus te hebben dat het moet veranderen. Iedereen is er wel van overtuigd dat er kansen in de Omgevingswet zitten. Maar als we niet rap maken dat we het leren, dan verandert er niets. We moeten oppassen dat we niet binnen de kortste keren alles weer vakkundig met regeltjes hebben dichtgetimmerd. De volgende stap is pragmatisch, kijken hoe we die gedragsbeïnvloeding oppakken. Samen met de omgevingsdiensten en veiligheidsregio’s gaan we dat handen en voeten geven. En risico’s kun je nooit uitsluiten. Maar we doen alles om te voorkomen dat er calamiteiten optreden. Zorgvuldige en snelle communicatie met omwonenden als zich een incident voordoet is van levensbelang. We geven de burgers een handelingsperspectief, zodat ze zelfredzaam zijn en weten wat ze moeten doen om zichzelf in veiligheid te brengen.’
Inés Plasmans-Levert, regiodirecteur Relatiebeheer bij Prorail wist de kern van de onrust van de bewoners treffend neer te zetten.
‘Twee procent van de gevaarlijke stoffen gaat in Nederland gaat over het spoor. Maar 98% van de emoties bij de burgers gaat over die twee procent. Daar kunnen we niet omheen. Wat ik concreet ga doen? Tijdens de afgelopen Dutch Design week in Eindhoven heb ik veel contact gehad met ontwerpers, en zeker niet altijd vanuit een technische invalshoek. Ik denk dat we Dutch Designers ook laten meedenken over een andere manier van burgerparticipatie. En over de manier waarop we in gesprek kunnen gaan met bewoners die bijvoorbeeld te horen krijgen dat er een trein door hun wijk gaat rijden. Want hoe sluiten we daar op aan? Sommige omwonenden willen gewoon heel veel informatie ontvangen, bij anderen moeten we de communicatie over een heel andere boeg gooien.’
Instagram, pinterest en snapchat
Ben van Lier, directeur Strategie en Innovatie bij Centric

Ben van Lier
‘De tendens in de samenleving, en dan bedoel ik wereldwijd, is dat technologie steeds meer bepaalt wat we als burgers doen. Leren denken in informatie en data, die aan elkaar knopen en vervolgens visueel tonen. Dat is een van de factoren die onze samenleving in de komende jaren gaat bepalen. Het gaat om de systematiek, het verkrijgen van informatie. Voor veiligheidsdiensten is het door encryptie al lastig geworden om aan de juiste informatie te komen. De jongere bevolking is zich op een andere manier aan het groeperen rondom nieuwe social media zoals instagram, pinterest en snapchat. Het is maar de vraag of je die groepen nog wel bereikt, zelfs als je als gemeente inzet op traditionele sociale media als twitter en Facebook. Daar zitten naar het idee van jongeren vooral de al wat ouderen in.’
Verslaggeving en interviews bij de Bestuurlijke Ronde Tafel als onderdeel van Innovatie Challenge Veilige Samenleving in opdracht van Blomberg Society.